Stooktip 1: Maak het vuur aan met aanmaakblokjes en kleine houtjes. Gebruik nooit vloeistof. Begin met dik hout op de as met daarop losse houtjes en aanmaakblokjes en steek dit aan. Stapel het hout losjes op, zodat er lucht bij kan.
Stooktip 2: Stook alleen droog, onbehandeld (geklooft) hout. Droog hout houdt in dat het gemiddeld twee jaar buiten, onder een afdak heeft gelegen. Daarnaast moet het hout niet te dik zijn (maximaal 7 cm.). Droog hout kenmerkt zich door scheuren en loszittend schors. Nat hout zorgt voor een onvolledige verbranding en het geeft minder warmte. Ook zorgt het eerder voor roetaanslag en daarmee neemt tevens de kans op een schoorsteenbrand toe. Stook geen geverfd, gebeitst of geïmpregneerd hout. Ook sloophout, multiplex en spaanplaat zijn niet geschikt. Hierbij kunnen (zeer) schadelijke stoffen vrijkomen.
Stooktip 3: De droogtijden van hout verschillen per houtsoort. De gegevens hieronder zijn de gemiddelde droogtijd. de Droogtijd is ook sterk afhankelijk van uw houtopslag. een goed geventileerde ruimte droogt veel beter dan een ruimte die door muren is ingesloten.
Dennenhout: 1 jaar
Populierenhout: 1 jaar
Lindenhout: 1,5 jaar
Wilgenhout: 1,5 jaar
Sparrenhout: 1,5 jaar
Berkenhout: 1,5 jaar
Essenhout: 1,5 jaar
Elzenhout: 1,5 jaar
Fruitbomenhout: 2 jaar
Beukenhout: 2 jaar
Eikenhout: 2-2,5 jaar
Stooktip 4: Zorg voor voldoende frisse lucht in de betreffende ruimte. Bij stoken komen schadelijke stoffen vrij en een houtkachel verbruikt lucht. Zet een raam of een deur op een kier tijdens het stoken om de ruimte te ventileren.
Stooktip 5: Zorg voor volledige luchttoevoer. Zet de uitlaatklep naar de schoorsteen volledig open als u begint met stoken. Onze houtkachels zijn voorzien van regelbare kleppen, waarmee de luchttoevoer kan worden geregeld. Zet ook deze kleppen volledig open tijdens het stoken. Als het vuur te heet wordt, kunt u minder brandstof toevoegen. Verminder dan niet de luchttoevoer.
Stooktip 6: Controleer regelmatig of u goed stookt. U kunt zelf controleren of u goed stookt door naar buiten te lopen en de rook uit uw schoorsteen te controleren. Kleurloze rook wijst op een goede verbranding. Gekleurd rook (wit, grijs, zwart, blauw) duidt erop dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel moet heldergeel zijn en niet flakkeren. Een oranje, onregelmatige vlam duidt tevens op een niet volledige verbranding. Verbeter bij donkere rook of oranje vlammen de luchttoevoer.
Stooktip 7: Als u een houtvuur tempert door de luchttoevoer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij. Laat het vuur daarom vanzelf uitbranden.
Stooktip 8: Laat uw schoorsteen minimaal één keer per jaar vegen. Dit voorkomt problemen zoals schoorsteenbranden.
Stooktip 9: Door droog hout te stoken vermindert u de kans roetaanslag op uw kachelruitm en in de schoorsteen.
Stooktip 10: Wanneer uw kachelruit vies is van de roet kunt u uw kachelruit eenvoudig schoonmaken door met een krant over de ruit heen te vegen. Een andere manier is door een vochtig toiletpapiertje in de as te dippen en deze over de ruit te vegen.
Stooktip 11: Er zijn veel houtsoorten geschikt om te stoken. Zo geeft eikenhout weinig rook en brand het lang, Fruitbomenhout verspreidt een heerlijke geur en berkenhout verbrand snel en geeft mooie vlammen. Hieronder staan de bekendste soorten hout voor u op een rijtje.
Eikenhout: brandt lang en weinig rook.
Berkenhout: verbrandt snel en geeft veel warmt.
Essenhout: brandt lang en geeft mooie vlammen.
Kastanjehout: brandt goed maar moet wel droog zijn anders vonkt het.
Populierenhout: brandt snel en onregelmatig, geeft ook veel roetaanslag.
Lindenhout: brandt snel en geeft weinig warmte.
Stooktip 12: Het is belangrijk voor het behoud van de kachel om deze regelmatig aan de binnenzijde schoon te maken. De asla moet tijdig worden geleegd, zodat deze nooit te vol raakt. Door een te volle asla kan het vuur te weinig lucht krijgen, waardoor er een onvolledige verbranding ontstaat. Let wel op dat u altijd een klein laagje as onderin de asla laat liggen. Dit is geeft een isolerende en beschermende laag aan uw aslade.
Stooktip 13: In de hoekjes aan de binnenzijde van de kachel kan creosootvorming ontstaan wanneer er een onvolledige verbranding plaatsvind. Deze hoekjes zijn eenvoudig schoon te maken door er met een houtje langs te schrapen.
